Misdaaddrama’s vormen al tijden een ongekend populair televisiegenre. Het archetype van een misdaaddrama bevat een detective die achter een dader aanzit: de ‘good guy’ en de ‘bad guy’. Aan het einde van het verhaal wordt de dader opgepakt door de detective. Volgens de affectieve dispositietheorie van Zillmann hangt het kijkplezier van misdaaddrama’s samen met morele overwegingen en sympathie. Volgens deze theorie zouden kijkers een oordeel vellen over of personages zich moreel of immoreel gedragen. De detective, van origine de ‘good guy’, doet alleen maar morele dingen en verdient daarom de sympathie van de kijker. De dader handelt immoreel, hij heeft immers een misdaad gepleegd, en wekt daarom antipathie op bij de kijker. Uiteindelijk ervaren kijkers dan kijkplezier wanneer er goede dingen overkomen bij het personage waar we sympathie voor hebben en slechte dingen voor de ‘bad guy’. Dus als de detective aan het einde de dader te pakken krijgt, beleven de kijkers kijkplezier. [Lees verder]
Source: versvak